Dutch
Detailed Translations for regentschap from Dutch to English
regentschap:
Translation Matrix for regentschap:
Noun | Related Translations | Other Translations |
reign | regentschap | bewind; dynastie; geslacht; regeringsstelsel; regime; staatsbestel |
rule | regentschap | bewind; dienstvoorschrift; filter; gezag; macht; overheersing; regel; regeringsstelsel; regime; reglement; richtlijn; richtsnoer; staatsbestel; stelregel; voorschrift; wetmatigheid |
Verb | Related Translations | Other Translations |
reign | gezaghebben; heersen; heersen van griep; macht uitoefenen; overheersen; regeren; verspreiden van ziekte | |
rule | bevelen; commanderen; decreteren; gebieden; gelasten; gezaghebben; heersen; heersen van griep; macht uitoefenen; opdragen; overheersen; regeren; verordenen; verordonneren; verspreiden van ziekte |