Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ricocheren:


Dutch

Detailed Translations for ricocheren from Dutch to English

ricocheren:

ricocheren [znw.] noun

  1. ricocheren (afketsen; terugkaatsen; afstuiten)
    the ricochet; the strike back; the fling back

ricocheren verb

  1. ricocheren (afketsen)
    to ricochet
    • ricochet verb (ricochets, ricocheted, ricocheting)

Translation Matrix for ricocheren:

NounRelated TranslationsOther Translations
fling back afketsen; afstuiten; ricocheren; terugkaatsen
ricochet afketsen; afstuiten; ricocheren; terugkaatsen
strike back afketsen; afstuiten; ricocheren; terugkaatsen
VerbRelated TranslationsOther Translations
ricochet afketsen; ricocheren
strike back echoën; reflecteren; stuiten; terugkaatsen; terugslaan; terugstoten; terugvechten; weerkaatsen