Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. scheepstouw:


Dutch

Detailed Translations for scheepstouw from Dutch to English

scheepstouw:

scheepstouw [znw.] noun

  1. scheepstouw
    the hawser; the chain; the rope

Translation Matrix for scheepstouw:

NounRelated TranslationsOther Translations
chain scheepstouw aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; aaneenschakeling; boei; cyclus; grootwinkelbedrijf; halsketting; halssnoer; kabel; kabeltouw; keten; ketting; kettinkje; kluister; reeks; rij; samentrekking; samenvoeging; scheepskabel; serie; snoer; winkelketen
hawser scheepstouw kabel; kabeltouw; scheepskabel
rope scheepstouw boogstreng; kabel; kabeltouw; scheepskabel; touw; touwtje
VerbRelated TranslationsOther Translations
chain binden; boeien; ketenen; kluisteren; vastketenen; vastkluisteren; vastleggen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
rope touwen