Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. schommelend:
  2. schommelen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for schommelend from Dutch to English

schommelend:

schommelend adj

  1. schommelend

Translation Matrix for schommelend:

NounRelated TranslationsOther Translations
swinging deining; schommeling; slingerende beweging; slingering; wiegeling; zeegang; zwaai
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
fluctuating schommelend fluctuerend; heen en weer bewegend
swinging schommelend bungelend; fluctuerend; heen en weer bewegend; heen en weer zwaaiend; slingerend
wobbling schommelend wiebelend; wiebelig
wobbly schommelend gammel; krakkemikkig; wankel; zwak

Wiktionary Translations for schommelend:

schommelend
adjective
  1. likely to vary
  2. marked by diversity or difference

schommelend form of schommelen:

schommelen verb (schommel, schommelt, schommelde, schommelden, geschommeld)

  1. schommelen (heen en weer zwaaien; slingeren; wiebelen; wiegen)
    to cradle; to sway; to swing; to rock; to roll
    • cradle verb (cradles, cradled, cradling)
    • sway verb (sways, swayed, swaying)
    • swing verb (swings, swung, swinging)
    • rock verb (rocks, rocked, rocking)
    • roll verb (rolls, rolled, rolling)
  2. schommelen (wiegen)
    to lull; craddle; to sway
    • lull verb (lulls, lulled, lulling)
    • craddle verb
    • sway verb (sways, swayed, swaying)

Conjugations for schommelen:

o.t.t.
  1. schommel
  2. schommelt
  3. schommelt
  4. schommelen
  5. schommelen
  6. schommelen
o.v.t.
  1. schommelde
  2. schommelde
  3. schommelde
  4. schommelden
  5. schommelden
  6. schommelden
v.t.t.
  1. heb geschommeld
  2. hebt geschommeld
  3. heeft geschommeld
  4. hebben geschommeld
  5. hebben geschommeld
  6. hebben geschommeld
v.v.t.
  1. had geschommeld
  2. had geschommeld
  3. had geschommeld
  4. hadden geschommeld
  5. hadden geschommeld
  6. hadden geschommeld
o.t.t.t.
  1. zal schommelen
  2. zult schommelen
  3. zal schommelen
  4. zullen schommelen
  5. zullen schommelen
  6. zullen schommelen
o.v.t.t.
  1. zou schommelen
  2. zou schommelen
  3. zou schommelen
  4. zouden schommelen
  5. zouden schommelen
  6. zouden schommelen
en verder
  1. ben geschommeld
  2. bent geschommeld
  3. is geschommeld
  4. zijn geschommeld
  5. zijn geschommeld
  6. zijn geschommeld
diversen
  1. schommel!
  2. schommelt!
  3. geschommeld
  4. schommelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for schommelen:

NounRelated TranslationsOther Translations
cradle houder; kribbe; slaapplaats voor baby's; wieg
rock gesteente; kei; klip; rif; rock; rolsteen; rots; rotsblok; rotswand; scheer; steen; uitstekende rots
roll broodje; haspel; kadetje; kleine punt; klos; puntje; spoel; tonneau; werktuig om garen te winden; winder; winding
sway slingerende beweging; slingering; zwaai
swing schommel; slingerende beweging; slingering; zwaai
VerbRelated TranslationsOther Translations
craddle schommelen; wiegen
cradle heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen in de houder plaatsen
lull schommelen; wiegen
rock heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen heen en weer zwaaien; hobbelen; schuddend op en neer gaan; slingeren; stoten; zwaaien; zwenken
roll heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen deinen; draaien; golven; kantelen; rollen; ronddraaien; roteren; verrollen; wentelen
sway heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen waggelen; wankelen; wiegelen
swing heen en weer zwaaien; schommelen; slingeren; wiebelen; wiegen bengelen; draaien; heen en weer zwaaien; slingeren; wenden; zwaaien; zwenken

Related Words for "schommelen":


Wiktionary Translations for schommelen:

schommelen
verb
  1. sway or tilt violently back and forth
  2. to fluctuate or vary

Cross Translation:
FromToVia
schommelen oscillate; waver osciller — Se mouvoir alternativement en deux sens contraires.