Summary


Dutch

Detailed Translations for schraag from Dutch to English

schraag:

schraag [de ~] noun

  1. de schraag (schoor)
    the shore; the prop

Translation Matrix for schraag:

NounRelated TranslationsOther Translations
prop schoor; schraag schoorbalk; schuinse steunbalk; steunbalk; stutbalk
shore schoor; schraag kaai; kade; oever; vaste grond; wal; waterkant
VerbRelated TranslationsOther Translations
prop dragen; ondersteunen; schoren; schragen; steunen; stutten
shore bijvallen; dragen; instemmen; ondersteunen; rugsteunen; schoren; schragen; steunen; stutten

Related Words for "schraag":


Wiktionary Translations for schraag:


Cross Translation:
FromToVia
schraag trestle; sawhorse tréteau — Support stable amovible
schraag workbench; bench établi — Table destinée au travail de certains métiers manuels

schraag form of schragen:

schragen verb (schraag, schraagt, schraagde, schraagden, geschraagd)

  1. schragen (met palen stutten; stutten)
    to underpin; to support
    • underpin verb (underpins, underpinned, underpinning)
    • support verb (supports, supported, supporting)
  2. schragen (stutten; ondersteunen; steunen; schoren; dragen)
    to support; to shore; to prop up; to prop
    • support verb (supports, supported, supporting)
    • shore verb (shores, shored, shoring)
    • prop up verb (props up, propped up, propping up)
    • prop verb (props, propped, propping)

Conjugations for schragen:

o.t.t.
  1. schraag
  2. schraagt
  3. schraagt
  4. schragen
  5. schragen
  6. schragen
o.v.t.
  1. schraagde
  2. schraagde
  3. schraagde
  4. schraagden
  5. schraagden
  6. schraagden
v.t.t.
  1. heb geschraagd
  2. hebt geschraagd
  3. heeft geschraagd
  4. hebben geschraagd
  5. hebben geschraagd
  6. hebben geschraagd
v.v.t.
  1. had geschraagd
  2. had geschraagd
  3. had geschraagd
  4. hadden geschraagd
  5. hadden geschraagd
  6. hadden geschraagd
o.t.t.t.
  1. zal schragen
  2. zult schragen
  3. zal schragen
  4. zullen schragen
  5. zullen schragen
  6. zullen schragen
o.v.t.t.
  1. zou schragen
  2. zou schragen
  3. zou schragen
  4. zouden schragen
  5. zouden schragen
  6. zouden schragen
en verder
  1. ben geschraagd
  2. bent geschraagd
  3. is geschraagd
  4. zijn geschraagd
  5. zijn geschraagd
  6. zijn geschraagd
diversen
  1. schraag!
  2. schraagt!
  3. geschraagd
  4. schragend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for schragen:

NounRelated TranslationsOther Translations
prop schoor; schoorbalk; schraag; schuinse steunbalk; steunbalk; stutbalk
shore kaai; kade; oever; schoor; schraag; vaste grond; wal; waterkant
support aanhangen; aanmoedigen; aanmoediging; aansporen; aansporing; aanvuren; assistentie; bijstand; dienst; dienstbetoon; driepoot; gunst; houvast; hulpbetoon; kost; medewerking; onderbouwing; onderhoud; onderhoudsgeld; onderstel; ondersteuning; opwekking; poot; rugsteun; schoorbalk; schraagpijler; schuinse steunbalk; sokkel; staander; steun; steunbalk; stimulans; stimuleren; stut; stutbalk; support; toejuichen; voedsel; voet; voetstuk; zuilvoet
VerbRelated TranslationsOther Translations
prop dragen; ondersteunen; schoren; schragen; steunen; stutten
prop up dragen; ondersteunen; schoren; schragen; steunen; stutten assisteren; bijspringen; bijstaan; helpen; ondersteunen; seconderen; weldoen
shore dragen; ondersteunen; schoren; schragen; steunen; stutten bijvallen; instemmen; ondersteunen; rugsteunen; steunen
support dragen; met palen stutten; ondersteunen; schoren; schragen; steunen; stutten aanmoedigen; activeren; behouden; bekrachtigen; bevestigen; bezegelen; bezielen; bijspringen; bijvallen; financieel steunen; financieren; goedkeuren; homologeren; in stand houden; instemmen; meehelpen; onderhouden; ondersteunen; oppeppen; opwekken; rugsteunen; steunen; stimuleren; van mening zijn; voorstaan
underpin met palen stutten; schragen; stutten

Related Words for "schragen":


Wiktionary Translations for schragen: