Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. speelruimte:


Dutch

Detailed Translations for speelruimte from Dutch to English

speelruimte:

speelruimte [de ~ (v)] noun

  1. de speelruimte (speling; marge)
    the leeway; the margin; the play
  2. de speelruimte (kinderkamer; speelkamer)
    the nursery; the playroom

Translation Matrix for speelruimte:

NounRelated TranslationsOther Translations
leeway marge; speelruimte; speling
margin marge; speelruimte; speling kantlijn; marge; paginamarge; vrije ruimte; winstmarge
nursery kinderkamer; speelkamer; speelruimte broedplaats; kinderopvang; kweekplaats; kweekschool; kwekerij
play marge; speelruimte; speling capriool; concours; drama; gespeel; kinderspel; partij; partijtje; pot; potje; schouwspel; spel; strijd; stuk; toneelstuk; wedstrijd; wedstrijdje
playroom kinderkamer; speelkamer; speelruimte speelzaal
VerbRelated TranslationsOther Translations
play afspelen; bespelen; doen alsof; dollen; ravotten; spelen; stoeien; toneelspelen; wild rennen; wild spelen; zich aanstellen; zich uitleven

Related Words for "speelruimte":

  • speelruimtes