Summary


Dutch

Detailed Translations for steenpuist from Dutch to English

steenpuist:

steenpuist [de ~] noun

  1. de steenpuist (zwelling; bolling; bobbel; )
    the lump; the curving; the bruise; the rounding; the swelling; the swollen spot
  2. de steenpuist (puistje; pukkel; bultje; bobbeltje)
    the blotch; the pimple; the zit
  3. de steenpuist (etterbuil)
    the furuncle; the boil

Translation Matrix for steenpuist:

NounRelated TranslationsOther Translations
blotch bobbeltje; bultje; puistje; pukkel; steenpuist
boil etterbuil; steenpuist etterende wonde
bruise bobbel; bolling; buil; bult; dikte; opgezwollen plek; steenpuist; zwelling buil; bult; kneuswond; kneuzing; kwetsuur; letsel
curving bobbel; bolling; buil; bult; dikte; opgezwollen plek; steenpuist; zwelling bolling; ronding; zwenkingen
furuncle etterbuil; steenpuist
lump bobbel; bolling; buil; bult; dikte; opgezwollen plek; steenpuist; zwelling bobbel; bolling; brokje; buil; bult; kleine brok; klont; klonter; knobbel; kwetsuur; letsel; opgezwollen plek; opzetting; pukkel; zwelling
pimple bobbeltje; bultje; puistje; pukkel; steenpuist puist; pukkel
rounding bobbel; bolling; buil; bult; dikte; opgezwollen plek; steenpuist; zwelling afronding; bolling; ronding
swelling bobbel; bolling; buil; bult; dikte; opgezwollen plek; steenpuist; zwelling aangroei; aanwas; bobbel; bolling; buil; bult; knobbel; kwetsuur; letsel; opgezwollen plek; opzetting; pukkel; uitdijen; uitdijing; wassen; zwellen; zwelling
swollen spot bobbel; bolling; buil; bult; dikte; opgezwollen plek; steenpuist; zwelling bobbel; bolling; buil; bult; opgezwollen plek; opzetting; pukkel; zwelling
zit bobbeltje; bultje; puistje; pukkel; steenpuist
VerbRelated TranslationsOther Translations
boil aan de kook raken; kookpunt bereiken; uitkoken
bruise bezeren; blesseren; deren; kneuzen; krenken; kwetsen; schaden; verwonden

Related Words for "steenpuist":

  • steenpuisten