Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. strip:
  2. strippen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for strip from Dutch to English

strip:

strip [de ~ (m)] noun

  1. de strip (stripverhaal)
    the comic strip

Translation Matrix for strip:

NounRelated TranslationsOther Translations
comic strip strip; stripverhaal

Related Words for "strip":


Wiktionary Translations for strip:

strip
noun
  1. een boek met een verhaal in beeldvorm
strip
noun
  1. cartoon story

Cross Translation:
FromToVia
strip comic strip strip — een boek met een verhaal in beeldvorm
strip comic Comic — eine (nicht zwangsläufig komische) Bildergeschichte oder Bilderabfolge
strip strip; band; tape; binding; blindfold; streamer bandeaubande qui sert à ceindre le front et la tête.

strip form of strippen:

strippen verb (strip, stript, stripte, stripten, gestript)

  1. strippen
    to strip; to do a striptease; to undress
    • strip verb (strips, stripped, stripping)
    • do a striptease verb (does a striptease, did a striptease, doing a striptease)
    • undress verb (undresss, undressed, undressing)

Conjugations for strippen:

o.t.t.
  1. strip
  2. stript
  3. stript
  4. strippen
  5. strippen
  6. strippen
o.v.t.
  1. stripte
  2. stripte
  3. stripte
  4. stripten
  5. stripten
  6. stripten
v.t.t.
  1. heb gestript
  2. hebt gestript
  3. heeft gestript
  4. hebben gestript
  5. hebben gestript
  6. hebben gestript
v.v.t.
  1. had gestript
  2. had gestript
  3. had gestript
  4. hadden gestript
  5. hadden gestript
  6. hadden gestript
o.t.t.t.
  1. zal strippen
  2. zult strippen
  3. zal strippen
  4. zullen strippen
  5. zullen strippen
  6. zullen strippen
o.v.t.t.
  1. zou strippen
  2. zou strippen
  3. zou strippen
  4. zouden strippen
  5. zouden strippen
  6. zouden strippen
en verder
  1. ben gestript
  2. bent gestript
  3. is gestript
  4. zijn gestript
  5. zijn gestript
  6. zijn gestript
diversen
  1. strip!
  2. stript!
  3. gestript
  4. strippend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for strippen:

NounRelated TranslationsOther Translations
strip band; banderol; reepje; strook
VerbRelated TranslationsOther Translations
do a striptease strippen
strip strippen beroven; bloot leggen; ontbloten; ontdoen; ontdoen van; ontvellen; stropen; uitbuiten; uitplunderen; uitschudden
undress strippen ontkleden; uitdoen; uitkleden; uittrekken; van kleding ontdoen

Related Words for "strippen":


Wiktionary Translations for strippen:

strippen
verb
  1. het zich ontdoen van alle kleding die het lichaam bedekt
strippen
verb
  1. to remove or take away
  2. to do a striptease