Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. tang:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for tang:
    • tongs


Dutch

Detailed Translations for tang from Dutch to English

tang:

tang [de ~] noun

  1. de tang (klem)
    the pincers; the pincer; the pair of tongs; the forceps; the clip
  2. de tang
    the plyers; the pair of pliers; the pliers
    – a gripping hand tool with two hinged arms and (usually) serrated jaws 1

Translation Matrix for tang:

NounRelated TranslationsOther Translations
clip klem; tang clip; kleine tik; klem; klemhaak; klopje; kram; mediaclip; multimediaclip; scheerwol; tikje
forceps klem; tang buigtang; tang om iets te buigen
pair of pliers tang
pair of tongs klem; tang
pincer klem; tang
pincers klem; tang buigtang; knijptang; nijptang; tang om iets te buigen
pliers tang
plyers tang
VerbRelated TranslationsOther Translations
clip een opdonder verkopen; haar kort laten knippen; inkorten; knotten; kort knippen; kort maken; korten; korter maken; kortwieken; scheren; verkorten

Related Words for "tang":

  • tangen

Related Definitions for "tang":

  1. gereedschap van twee scharnierende delen waarmee je iets kunt pakken2
    • met een tang trok ik de spijker uit het hout2

Wiktionary Translations for tang:

tang
noun
  1. gripping tool
en-plural noun
  1. gripping tool which multiplies the strength of the user's hand
  2. an instrument

Cross Translation:
FromToVia
tang pliers; tongs; pincers Zange — ein Werkzeug aus zwei ineinandergreifenden Backen, welche nach unten hin für die händische Bedienung als Schenkel verlängert sind
tang pliers; tweezers; clip pince — Outil ou instrument comportant deux mâchoires au bout de branches croisées ou liées à l’autre extrémité.

Related Translations for tang