Dutch
Detailed Translations for te boven komen from Dutch to English
te boven komen:
-
te boven komen (overwinnen; winnen; verslaan)
Conjugations for te boven komen:
o.t.t.
- kom te boven
- komt te boven
- komt te boven
- komen te boven
- komen te boven
- komen te boven
o.v.t.
- kwam te boven
- kwam te boven
- kwam te boven
- kwamen te boven
- kwamen te boven
- kwamen te boven
v.t.t.
- ben te boven gekomen
- bent te boven gekomen
- is te boven gekomen
- zijn te boven gekomen
- zijn te boven gekomen
- zijn te boven gekomen
v.v.t.
- was te boven gekomen
- was te boven gekomen
- was te boven gekomen
- waren te boven gekomen
- waren te boven gekomen
- waren te boven gekomen
o.t.t.t.
- zal te boven komen
- zult te boven komen
- zal te boven komen
- zullen te boven komen
- zullen te boven komen
- zullen te boven komen
o.v.t.t.
- zou te boven komen
- zou te boven komen
- zou te boven komen
- zouden te boven komen
- zouden te boven komen
- zouden te boven komen
diversen
- kom te boven!
- komt te boven!
- te boven gekomen
- te boven komend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for te boven komen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
master | baas; commandant; deken van een gilde; docent; gezagvoerder; gildenmeester; heer; heerser; instructeur; kampioen; kapitein; landsheer; leerkracht; leermeester; leraar; leraar op basisschool; machthebber; maestro; magister; meerdere; meester; model; onderwijzer; patroon; pedant; scheepsgezagvoerder; scheepskapitein; schipper; schoolmeester; soeverein; superieur | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
conquer | overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen | veroveren |
master | overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen | aanwennen; eigenmaken; gewend raken; leren |
overcome | overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen | onderkrijgen; overbluffen; overdonderen; overmannen; overmeesteren; overweldigen; zich meester maken van |
win | overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen | behalen; lukken; verkrijgen; winnen |
win over | overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
overcome | bevangen |