Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. tijdsperiode:


Dutch

Detailed Translations for tijdsperiode from Dutch to English

tijdsperiode:

tijdsperiode

  1. tijdsperiode (jaar)
    the year
    – a period of time containing 365 (or 366) days 1
    • year [the ~] noun
      • she is 4 years old1
      • in the year 19201

Translation Matrix for tijdsperiode:

NounRelated TranslationsOther Translations
period of time periode; poosje; termijn; tijdruimte; tijdsbestek; tijdsduur; tijdsruimte
year jaar; tijdsperiode jaar; jaartal; schooljaar; wijnjaar
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
period of time jaar; tijdsperiode