Summary
Dutch
Detailed Translations for tikten from Dutch to English
tikken:
-
tikken (aantikken; kloppen; aankloppen)
-
tikken (typen; machineschrijven)
-
tikken
Conjugations for tikken:
o.t.t.
- tik
- tikt
- tikt
- tikken
- tikken
- tikken
o.v.t.
- tikte
- tikte
- tikte
- tikten
- tikten
- tikten
v.t.t.
- heb getikt
- hebt getikt
- heeft getikt
- hebben getikt
- hebben getikt
- hebben getikt
v.v.t.
- had getikt
- had getikt
- had getikt
- hadden getikt
- hadden getikt
- hadden getikt
o.t.t.t.
- zal tikken
- zult tikken
- zal tikken
- zullen tikken
- zullen tikken
- zullen tikken
o.v.t.t.
- zou tikken
- zou tikken
- zou tikken
- zouden tikken
- zouden tikken
- zouden tikken
en verder
- ben getikt
- bent getikt
- is getikt
- zijn getikt
- zijn getikt
- zijn getikt
diversen
- tik!
- tikt!
- getikt
- tikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for tikken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
knock | aankloppen; klap; klop; lel; mep; tik; toegebrachte klap | |
tap | betikken; kleine tik; klopje; kraan; tikje; waterkraan | |
taps | tikken | kranen; tappen |
type | aard; gast; genre; gozer; karakter; kerel; klasse; knakker; knul; letter; lettersoort; letterteken; lettertype; man; onderverdeling; slag; soort; type; vent | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
knock | aankloppen; aantikken; kloppen; tikken | |
tap | aankloppen; aantikken; kloppen; tikken | aanroeren; aanstippen; aftappen; biertappen; even aanraken; tappen; tikken op |
tap at | aankloppen; aantikken; kloppen; tikken | |
type | machineschrijven; tikken; typen | typen |
typewrite | machineschrijven; tikken; typen |