Summary
Dutch to English: more detail...
- uitbeelden:
-
Wiktionary:
- uitbeelden → depict, represent
- uitbeelden → bespeak, betoken, characterise, characterize, denote, depict, describe, distinguish, paint, plot, portray, represent
Dutch
Detailed Translations for uitbeelden from Dutch to English
uitbeelden:
-
uitbeelden (verpersonificeren; verbeelden; vertolken)
Conjugations for uitbeelden:
o.t.t.
- beeld uit
- beeldt uit
- beeldt uit
- beelden uit
- beelden uit
- beelden uit
o.v.t.
- beeldde uit
- beeldde uit
- beeldde uit
- beeldden uit
- beeldden uit
- beeldden uit
v.t.t.
- heb uitgebeeld
- hebt uitgebeeld
- heeft uitgebeeld
- hebben uitgebeeld
- hebben uitgebeeld
- hebben uitgebeeld
v.v.t.
- had uitgebeeld
- had uitgebeeld
- had uitgebeeld
- hadden uitgebeeld
- hadden uitgebeeld
- hadden uitgebeeld
o.t.t.t.
- zal uitbeelden
- zult uitbeelden
- zal uitbeelden
- zullen uitbeelden
- zullen uitbeelden
- zullen uitbeelden
o.v.t.t.
- zou uitbeelden
- zou uitbeelden
- zou uitbeelden
- zouden uitbeelden
- zouden uitbeelden
- zouden uitbeelden
en verder
- ben uitgebeeld
- bent uitgebeeld
- is uitgebeeld
- zijn uitgebeeld
- zijn uitgebeeld
- zijn uitgebeeld
diversen
- beeld uit!
- beeldt uit!
- uitgebeeld
- uitbeeldend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for uitbeelden:
Wiktionary Translations for uitbeelden:
uitbeelden
Cross Translation:
verb
uitbeelden
-
in beeld voorstellen
- uitbeelden → depict
verb
-
to portray by pictorial or plastic art
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitbeelden | → bespeak; betoken; characterise; characterize; denote; depict; describe; distinguish; paint; plot; portray; represent | ↔ zeichnen — (transitiv); im übertragenen Sinne: schildern; (in literarischen Darbietungen und Texten) Figuren, Charaktere mittels Zeichen, Sprachstil, Gesten, in Haltung und Miene interagierend handeln lassen |