Dutch
Detailed Translations for uitspreiding from Dutch to English
uitspreiding:
-
uitspreiding (verbreiding; uitlegging)
Translation Matrix for uitspreiding:
Noun | Related Translations | Other Translations |
expansion | uitlegging; uitspreiding; verbreiding | aanbouw; aangroei; aanvulling; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; stijging; toename; toeneming; uitbouw; uitbreiding; uitzetting; vergroting; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking |