Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. van huis weglopen:


Dutch

Detailed Translations for van huis weglopen from Dutch to English

van huis weglopen:

van huis weglopen verb

  1. van huis weglopen (weglopen)
    run away from home; to run off

Translation Matrix for van huis weglopen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
run away from home van huis weglopen; weglopen
run off van huis weglopen; weglopen de plaat poetsen; ervandoor gaan; hem smeren; met de noorderzon vertrekken; wegdraven; weghaasten; weghollen; wegijlen; wegrennen; wegsnellen; wegspoeden; wegstuiven; zich uit de voeten maken

Related Translations for van huis weglopen