Dutch
Detailed Translations for verboemelen from Dutch to English
verboemelen:
-
verboemelen (verbrassen; verspillen; verkwanselen; verkwisten; verkopen)
Conjugations for verboemelen:
o.t.t.
- verboemel
- verboemelt
- verboemelt
- verboemelen
- verboemelen
- verboemelen
o.v.t.
- verboemelde
- verboemelde
- verboemelde
- verboemelden
- verboemelden
- verboemelden
v.t.t.
- heb verboemeld
- hebt verboemeld
- heeft verboemeld
- hebben verboemeld
- hebben verboemeld
- hebben verboemeld
v.v.t.
- had verboemeld
- had verboemeld
- had verboemeld
- hadden verboemeld
- hadden verboemeld
- hadden verboemeld
o.t.t.t.
- zal verboemelen
- zult verboemelen
- zal verboemelen
- zullen verboemelen
- zullen verboemelen
- zullen verboemelen
o.v.t.t.
- zou verboemelen
- zou verboemelen
- zou verboemelen
- zouden verboemelen
- zouden verboemelen
- zouden verboemelen
diversen
- verboemel!
- verboemelt!
- verboemeld
- verboemelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verboemelen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
waste | afval; kolengruis; rotzooi; verkwisting; verspilling; vuilnis | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
dissipate | verboemelen; verbrassen; verkopen; verkwanselen; verkwisten; verspillen | uit elkaar stuiven; uit elkaar vliegen; uiteendrijven; uiteenstuiven; uiteenvliegen; verdoen; verspillen |
squander | verboemelen; verbrassen; verkopen; verkwanselen; verkwisten; verspillen | opmaken; potverteren; verdoen; versjacheren; verspillen |
waste | verboemelen; verbrassen; verkopen; verkwanselen; verkwisten; verspillen | iets bederven; verbeuzelen; verdoen; verkankeren; verknoeien; verlummelen; verpesten; verspillen |
External Machine Translations: