Noun | Related Translations | Other Translations |
apology
|
excuus; pardon; reden; verontschuldiging; verschoning
|
pardon; sorry
|
challenge
|
verschoning
|
aanvechten; bestrijden; bestrijding; betwisten; uitdaging
|
change of
|
het verschonen; verschoning
|
|
changing
|
schone luier; verschoning
|
amendement; amenderen; amendering; hervorming; herziening; modificeren; muteren; omkeer; omschakeling; omwisselen; transformatie; veranderen; verandering; wending; wijzigen; wijziging
|
clean diaper
|
schone luier; verschoning
|
|
clean napkin
|
schone luier; verschoning
|
|
clean nappy
|
schone luier; verschoning
|
|
excuse
|
excuus; genade; pardon; reden; vergeving; vergiffenis; verontschuldiging; verschoning
|
excuus; pardon; smoes; smoesje; sorry; uitvlucht; vergoelijking; voorwendsel
|
forgiveness
|
genade; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning
|
|
forgivingness
|
genade; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning
|
|
grace
|
genade; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning
|
bidden; dienst; gebed; goedgunstigheid; gratie; gunst; welwillendheid
|
justification
|
excuus; pardon; reden; verontschuldiging; verschoning
|
justificatie; rechtvaardiging
|
mercy
|
genade; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning
|
clementie; compassie; genade; goedertierenheid; gratie; mildheid; welwillendheid
|
pardon
|
genade; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning
|
absolutie; amnestie; begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon; vrijlating
|
remission
|
genade; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning
|
absolutie; amnestie; begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon; vrijlating
|
thinking up a story
|
excuus; pardon; reden; verontschuldiging; verschoning
|
|
vindication
|
excuus; pardon; reden; verontschuldiging; verschoning
|
justificatie; rechtvaardiging
|
weathering
|
excuus; pardon; reden; verontschuldiging; verschoning
|
erosie; verweren; verwering
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
challenge
|
|
aanvechten; bestrijden; betwisten
|
excuse
|
|
excuseren; excuses aanbieden; vergeven; vergiffenis schenken; vergoelijken; verontschuldigen; verschonen
|
grace
|
|
opluisteren
|
pardon
|
|
excuseren; excuses aanbieden; vergeven; vergiffenis schenken; verontschuldigen
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
changing
|
|
fluctuerend; heen en weer bewegend
|