Summary
Dutch
Detailed Translations for verzetten from Dutch to English
verzetten:
-
verzetten (tegenspartelen; protesteren; tegenstribbelen)
-
verzetten (verplaatsen; disloqueren; verschuiven; verleggen; verschikken; roeren; vervoeren)
-
verzetten (plaats maken; verplaatsen; opschuiven)
Conjugations for verzetten:
o.t.t.
- verzet
- verzet
- verzet
- verzetten
- verzetten
- verzetten
o.v.t.
- verzette
- verzette
- verzette
- verzetten
- verzetten
- verzetten
v.t.t.
- heb verzet
- hebt verzet
- heeft verzet
- hebben verzet
- hebben verzet
- hebben verzet
v.v.t.
- had verzet
- had verzet
- had verzet
- hadden verzet
- hadden verzet
- hadden verzet
o.t.t.t.
- zal verzetten
- zult verzetten
- zal verzetten
- zullen verzetten
- zullen verzetten
- zullen verzetten
o.v.t.t.
- zou verzetten
- zou verzetten
- zou verzetten
- zouden verzetten
- zouden verzetten
- zouden verzetten
diversen
- verzet!
- verzet!
- verzet
- verzettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verzetten:
Antonyms for "verzetten":
Related Definitions for "verzetten":
Wiktionary Translations for verzetten:
verzetten
Cross Translation:
verb
verzetten
-
weerstand bieden aan iets
- verzetten → resist; stand up to
-
van de ene op de andere plaats zetten
- verzetten → displace
-
een zijdelingse beweging maken
- verzetten → sway
verb
-
to transfer from one space or position to another
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verzetten | → prepare; finish; ready | ↔ apprêter — préparer, mettre en état. |