Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. voorwending:


Dutch

Detailed Translations for voorwending from Dutch to English

voorwending:

voorwending [de ~ (v)] noun

  1. de voorwending
    the pretence; the sham; the pretense

Translation Matrix for voorwending:

NounRelated TranslationsOther Translations
pretence voorwending façade; geaffekteerdheid; gekunsteldheid; gemaaktheid; illusie; schijn; uiterlijke schijn
pretense voorwending façade; geaffekteerdheid; gekunsteldheid; gemaaktheid; illusie; schijn; uiterlijke schijn
sham voorwending draaier; excuus; façade; glitter; klatergoud; schijnvertoning; smoes; uiterlijke schijn; uitvlucht; veinzer; voorwendsel
VerbRelated TranslationsOther Translations
sham beweren; huichelen; pretenderen; stellen; verklaren; voorgeven
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
sham bedriegelijk; gefingeerd; gelogen; nagemaakt; onecht; onwaar; vals