Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Translate wantrouwend

Translate wantrouwend from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

wantrouwend:
- suspicious; paranoid
wantrouwen:
- distrust; suspicion; mistrust
- distrust; mistrust
Wiktionary:
- wantrouwen → mistrust, suspect
- wantrouwen → doubt, distrust, suspect, mistrust, suspicion

Dutch

Detailed Translations for wantrouwend from Dutch to English

wantrouwend:

wantrouwend adj

wantrouwend (achterdochtig; wantrouwig; argwanend)
suspicious; paranoid
- suspicious adj
- paranoid adj

Translation Matrix for wantrouwend:

Adjective	Related Translations	Other Translations
paranoid	achterdochtig; argwanend; wantrouwend; wantrouwig	paranoïde
suspicious	achterdochtig; argwanend; wantrouwend; wantrouwig	donker; dubieus; duister; glibberig; kwaaddenkend; obscuur; onguur; verdacht

wantrouwend form of wantrouwen:

wantrouwen [het ~] noun

het wantrouwen
the distrust; the suspicion; the mistrust
- distrust [the ~] noun
- suspicion [the ~] noun
- mistrust [the ~] noun

wantrouwen verb (wantrouw, wantrouwt, wantrouwde, wantrouwden, gewantrouwd)

wantrouwen
to distrust; to mistrust
- distrust verb (distrusts, distrusted, distrusting)
- mistrust verb (mistrusts, mistrusted, mistrusting)

Conjugations for wantrouwen:

o.t.t.

wantrouw
wantrouwt
wantrouwt
wantrouwen
wantrouwen
wantrouwen

o.v.t.

wantrouwde
wantrouwde
wantrouwde
wantrouwden
wantrouwden
wantrouwden

v.t.t.

heb gewantrouwd
hebt gewantrouwd
heeft gewantrouwd
hebben gewantrouwd
hebben gewantrouwd
hebben gewantrouwd

v.v.t.

had gewantrouwd
had gewantrouwd
had gewantrouwd
hadden gewantrouwd
hadden gewantrouwd
hadden gewantrouwd

o.t.t.t.

zal wantrouwen
zult wantrouwen
zal wantrouwen
zullen wantrouwen
zullen wantrouwen
zullen wantrouwen

o.v.t.t.

zou wantrouwen
zou wantrouwen
zou wantrouwen
zouden wantrouwen
zouden wantrouwen
zouden wantrouwen

diversen

wantrouw!
wantrouwt!
gewantrouwd
wantrouwend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for wantrouwen:

Noun	Related Translations	Other Translations
distrust	wantrouwen
mistrust	wantrouwen
suspicion	wantrouwen	achterdocht; argwaan; beschuldiging; verdenking
Verb	Related Translations	Other Translations
distrust	wantrouwen
mistrust	wantrouwen

Wiktionary Translations for wantrouwen:

wantrouwen

verb

niet vertrouwen
- wantrouwen → mistrust

wantrouwen

verb

distrust, have doubts about
- suspect → wantrouwen; twijfelen; betwijfelen

Cross Translation:

From	To	Via
• wantrouwen	→ doubt; distrust; suspect; mistrust	↔ misstrauen — zu einem Menschen oder einer Sache kein Vertrauen haben
• wantrouwen	→ distrust; mistrust; suspicion	↔ méfiance — disposition à se méfier, à soupçonner, crainte habituelle d’tromper.