Summary
Dutch to English: more detail...
- wasdom:
-
Wiktionary:
- wasdom → maturity
- wasdom → growth, increase, accession, rise, enlargement, accretion, aggrandizement, expansion
Dutch
Detailed Translations for wasdom from Dutch to English
wasdom:
-
de wasdom (ontwikkeling; ontplooiing; bloei; groei)
Translation Matrix for wasdom:
Noun | Related Translations | Other Translations |
development | bloei; groei; ontplooiing; ontwikkeling; wasdom | geestelijke vorming; groei; groeien; groeiproces; nieuwbouw; nieuwbouwwijk; nog te bouwen; ontplooiing; ontwikkeling; vooruitgang; vorming |
full growth | bloei; groei; ontplooiing; ontwikkeling; wasdom | |
growth | bloei; groei; ontplooiing; ontwikkeling; wasdom | aanfok; aangroei; aangroeiing; aankweek; aankweken; aanplant; aanvulling; aanwas; aanwinst; cultuur; expansie; fok; fokkerij; gezwel; groei; groeien; groeiproces; groter worden; knobbel; kweken; reproductie; stijging; teelt; toename; toeneming; tumor; uitbreiding; uitzetting; verbouw; vergroting; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking; voortbrenging; voortplanting |
maturity | bloei; groei; ontplooiing; ontwikkeling; wasdom | rijpheid; volwassenheid |
ripeness | bloei; groei; ontplooiing; ontwikkeling; wasdom |
Wiktionary Translations for wasdom:
wasdom
Cross Translation:
noun
-
when bodily growth has completed and/or reproduction can begin
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wasdom | → growth; increase; accession; rise; enlargement; accretion; aggrandizement; expansion | ↔ accroissement — action de croitre, de se développer. |