Dutch

Detailed Translations for wegtransport from Dutch to English

wegtransport:

wegtransport [het ~] noun

  1. het wegtransport (transport; vrachtvervoer; wegvervoer)
    the transportation; the goods-traffic; the transfer; the road transport; the transport; the carrying-traffic; the cargo

Translation Matrix for wegtransport:

NounRelated TranslationsOther Translations
cargo transport; vrachtvervoer; wegtransport; wegvervoer belading; cargo; lading; last; scheepslading; vracht; vrachtgoed
carrying-traffic transport; vrachtvervoer; wegtransport; wegvervoer
goods-traffic transport; vrachtvervoer; wegtransport; wegvervoer
road transport transport; vrachtvervoer; wegtransport; wegvervoer wegvervoer
transfer transport; vrachtvervoer; wegtransport; wegvervoer cessie; doorgifte; doorverbinden; gegevensoverdracht; overboeking; overdracht; overmaking; overplaatsing; overschrijving; overstap; overstapstation; verruiling; verzending
transport transport; vrachtvervoer; wegtransport; wegvervoer afvoer; overbrenging; transport; verplaatsing; verscheping; vervoer
transportation transport; vrachtvervoer; wegtransport; wegvervoer deportatie; uitzetten
VerbRelated TranslationsOther Translations
transfer afdragen; anders boeken; disloqueren; geld overmaken; overboeken; overbrengen; overdragen aan; overplaatsen; overschrijven; overzenden; overzetten; roeren; standplaats veranderen; transponeren; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten
transport iets transporteren; transporteren; vervoeren