Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. werkonderbreking:


Dutch

Detailed Translations for werkonderbreking from Dutch to English

werkonderbreking:

werkonderbreking [de ~ (v)] noun

  1. de werkonderbreking (staking; staken; gestaak)
    the work stoppage; the strike; the walkout

Translation Matrix for werkonderbreking:

NounRelated TranslationsOther Translations
strike gestaak; staken; staking; werkonderbreking aanboren; opvallen; staking; werkstaking
walkout gestaak; staken; staking; werkonderbreking staking; werkstaking
work stoppage gestaak; staken; staking; werkonderbreking
VerbRelated TranslationsOther Translations
strike aansteken; beroeren; doen branden; een klap geven; frapperen; grijpen; het werk neerleggen als protest; in staking gaan; in staking zijn; ontroeren; ontsteken; opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; raken; slaan; staken; toeslaan; treffen; vuur maken; werkonderbreken; wrijven

Related Words for "werkonderbreking":

  • werkonderbrekingen