Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. woonlaag:


Dutch

Detailed Translations for woonlaag from Dutch to English

woonlaag:

woonlaag [de ~] noun

  1. de woonlaag (etage; verdieping)
    the storey; the floor; the level

Translation Matrix for woonlaag:

NounRelated TranslationsOther Translations
floor etage; verdieping; woonlaag grond; vloer
level etage; verdieping; woonlaag afgraven; afgraving; dimensieniveau; echelon; gehalte; geleding; graad; gradatie; laag; mate; niveau; peil; plan; stand; vlak; vlak maken; waterpas
storey etage; verdieping; woonlaag
VerbRelated TranslationsOther Translations
floor neerslaan; omslaan; onderuithalen; vloeren
level afplatten; effenen; gelijk trekken; gelijkmaken; nivelleren; platmaken; vereffenen; verrekenen; vlak maken
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
level effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit; waterpas

Related Words for "woonlaag":

  • woonlagen