Dutch
Detailed Translations for zwenking from Dutch to English
zwenking:
-
de zwenking
Translation Matrix for zwenking:
Noun | Related Translations | Other Translations |
curve | zwenking | bocht; boog; buiging; draai; kromme; kromming; kromte; kronkel; ronding; uitbouw; welving |
swerve | zwenking | richtingsverandering; wending |
turn | zwenking | beurt; bocht; draai; haspel; keer; keerpunt; kentering; klos; kromming; kromte; omdraaiing; ommekeer; ommezwaai; omwenteling; richtingsverandering; rondje; spelletje; spoel; verandering; wending; werktuig om garen te winden; winder; winding |
Verb | Related Translations | Other Translations |
curve | buigen; eer betuigen; krom buigen; krommen; welven | |
swerve | uitwijken voor iets | |
turn | afslaan; draaien; iets omdraaien; kantelen; kenteren; keren; ombladeren; omdraaien; omkeren; omslaan; omtrekken; omwenden; rollen; ronddraaien; rondtollen; roteren; tollen; verbitteren; vergrammen; wenden; wentelen; zwenken |