Summary
Dutch
Detailed Translations for zwevend from Dutch to English
zwevend:
-
zwevend (vliegend)
-
zwevend
Translation Matrix for zwevend:
Noun | Related Translations | Other Translations |
floating | drijven | |
gliding | geglij; zweefvliegen | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
floating | zwevend | drijvend |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
gliding | vliegend; zwevend | |
hovering | vliegend; zwevend |
zweven:
-
zweven (hangen)
Conjugations for zweven:
o.t.t.
- zweef
- zweeft
- zweeft
- zweven
- zweven
- zweefen
o.v.t.
- zweefen
- zweefde
- zweefde
- zweefden
- zweefden
- zweefden
v.t.t.
- heb gezweefd
- hebt gezweefd
- heeft gezweefd
- hebben gezweefd
- hebben gezweefd
- hebben gezweefd
v.v.t.
- had gezweefd
- had gezweefd
- had gezweefd
- hadden gezweefd
- hadden gezweefd
- hadden gezweefd
o.t.t.t.
- zal zweven
- zult zweven
- zal zweven
- zullen zweven
- zullen zweven
- zullen zweven
o.v.t.t.
- zou zweven
- zou zweven
- zou zweven
- zouden zweven
- zouden zweven
- zouden zweven
diversen
- zweef!
- zweeft!
- gezweefd
- zwevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for zweven:
Noun | Related Translations | Other Translations |
float | dobber; drijvend; praalwagen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
float | hangen; zweven | dobberen |
hover | hangen; zweven | aanwijzen; bidden |