Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. verroesten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verroesten from Dutch to Spanish

verroesten:

verroesten verb (verroest, verroestte, verroestten, verroest)

  1. verroesten (door roest ingevreten worden; roesten; inroesten)

Conjugations for verroesten:

o.t.t.
  1. verroest
  2. verroest
  3. verroest
  4. verroesten
  5. verroesten
  6. verroesten
o.v.t.
  1. verroestte
  2. verroestte
  3. verroestte
  4. verroestten
  5. verroestten
  6. verroestten
v.t.t.
  1. ben verroest
  2. bent verroest
  3. is verroest
  4. zijn verroest
  5. zijn verroest
  6. zijn verroest
v.v.t.
  1. was verroest
  2. was verroest
  3. was verroest
  4. waren verroest
  5. waren verroest
  6. waren verroest
o.t.t.t.
  1. zal verroesten
  2. zult verroesten
  3. zal verroesten
  4. zullen verroesten
  5. zullen verroesten
  6. zullen verroesten
o.v.t.t.
  1. zou verroesten
  2. zou verroesten
  3. zou verroesten
  4. zouden verroesten
  5. zouden verroesten
  6. zouden verroesten
diversen
  1. verroest!
  2. verroest!
  3. verroest
  4. verroestend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verroesten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
corroerse door roest ingevreten worden; inroesten; roesten; verroesten afrotten; doorleven; doorstaan; eroderen; verdragen; verduren; verteren; wegvreten
oxidarse door roest ingevreten worden; inroesten; roesten; verroesten oxideren; vastroesten

Wiktionary Translations for verroesten:


Cross Translation:
FromToVia
verroesten aherrumbrarse rust — to oxidise