Dutch
Detailed Translations for leng from Dutch to Spanish
lengen:
Conjugations for lengen:
o.t.t.
- leng
- lengt
- lengt
- lengen
- lengen
- lengen
o.v.t.
- lengde
- lengde
- lengde
- lengden
- lengden
- lengden
v.t.t.
- heb gelengd
- hebt gelengd
- heeft gelengd
- hebben gelengd
- hebben gelengd
- hebben gelengd
v.v.t.
- had gelengd
- had gelengd
- had gelengd
- hadden gelengd
- hadden gelengd
- hadden gelengd
o.t.t.t.
- zal lengen
- zult lengen
- zal lengen
- zullen lengen
- zullen lengen
- zullen lengen
o.v.t.t.
- zou lengen
- zou lengen
- zou lengen
- zouden lengen
- zouden lengen
- zouden lengen
en verder
- is gelengd
- zijn gelengd
diversen
- leng!
- lengt!
- gelengd
- lengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for lengen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
crecer | aanwassen; aanzwellen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
crecer | lengen | aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; dik worden; expanderen; gedijen; groeien; groot worden; groter worden; hoger worden; ijlen; jachten; jagen; jakkeren; omhooggaan; openen; opgroeien; opschieten; opzetten; opzwellen; reppen; snellen; spoeden; stijgen; toenemen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; uitgroeien; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden; vliegen; volgroeien; volwassen worden; zich haasten; zich spoeden |