Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. onzacht:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for onzacht from Dutch to Spanish

onzacht:

onzacht adj

  1. onzacht (bruusk; kortaf; nors)
  2. onzacht (hardhandig; hard; ruw)
    duro; brusco

Translation Matrix for onzacht:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
brusco bruusk; hard; hardhandig; kortaf; nors; onzacht; ruw abrupt; agressief; bits; bitter teleurgesteld; bot; bruusk; eensklaps; fel; felle; gewelddadig; hanig; ineens; kattig; kortaf; korzelig; meedogenloos; onderdrukt; ongedacht; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvriendelijk; opeens; opgekropt; pinnig; plots; plotseling; plotsklaps; scherp; schielijk; snauwend; snauwerig; snibbig; spinnig; verbeten; verbitterd; verkropt; vinnig; vlijmend; wreed; wrevelig; zonder omhaal
duro hard; hardhandig; onzacht; ruw agressief; direct; doordringend; eigenwijs; eigenzinnig; emotieloos; genadeloos; gevoelloos; gewelddadig; hard; hardhoofdig; hardop; hardvochtig; harteloos; indringend; lastig; liefdeloos; luid; meedogenloos; moeilijk; niet makkelijk; onbarmhartig; onbuigzaam; ongemakkelijk; ongenadig; ongevoelig; ongezouten; onverzettelijk; schel klinkend; scherp; stijfjes; stijfkoppig; stug; taai; volhoudend; week; zielloos; zwaar; zwak
repentino bruusk; kortaf; nors; onzacht abrupt; bruusk; eensklaps; ineens; ongedacht; onverhoeds; onvermoed; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; schielijk
secamente bruusk; kortaf; nors; onzacht kortom; zonder omwegen
seco bruusk; kortaf; nors; onzacht bits; dor; droge; droog; kattig; onvriendelijk; opgedroogd; pinnig; snauwerig; snibbig; spinnig; verdord; vinnig

Related Words for "onzacht":

  • onzachte

Wiktionary Translations for onzacht:


Cross Translation:
FromToVia
onzacht duro; firme; difícil dur — Qui, par suite de sa fermeté, est difficile à pénétrer, à entamer.