Dutch

Detailed Translations for logé from Dutch to Spanish

loge:

loge [de ~] noun

  1. de loge (schouwburgplaats)
    la cama de huéspedes; la logia; la casa del jardinero
  2. de loge (portiershokje)
    la garita
  3. de loge (vrijmetselaarsloge)
    la logia; la logia francmasónica

Translation Matrix for loge:

NounRelated TranslationsOther Translations
cama de huéspedes loge; schouwburgplaats gastenbed; logeerbed
casa del jardinero loge; schouwburgplaats tuinierswoning; tuinmanswoning
garita loge; portiershokje hok; hokje; hol; hol van een dier; hut; hutje; leger; schuilplaats; wachttorens
logia loge; schouwburgplaats; vrijmetselaarsloge
logia francmasónica loge; vrijmetselaarsloge vrijmetselarij

Related Words for "loge":


Wiktionary Translations for loge:


Cross Translation:
FromToVia
loge logia lodge — local chapter of freemasons

logé:

logé [de ~ (m)] noun

  1. de logé (slaapgast; gast; slaper; overnachter)
    el huésped; el visitante; el convidado; el durmiente; la visita; el invitado; el invitado a dormir

Translation Matrix for logé:

NounRelated TranslationsOther Translations
convidado gast; logé; overnachter; slaapgast; slaper gast aan tafel
durmiente gast; logé; overnachter; slaapgast; slaper dwars liggende onderbalk; dwarsligger
huésped gast; logé; overnachter; slaapgast; slaper bewoner; gastheer; huisbewoner; interne; inwonende; inwoner; kostganger; kostgangster; pensiongast; pensiongaste
invitado gast; logé; overnachter; slaapgast; slaper gast; gast aan tafel; genodigde; invité
invitado a dormir gast; logé; overnachter; slaapgast; slaper
visita gast; logé; overnachter; slaapgast; slaper aanloop; bezichtigen; bezichtiging; bezoek; doktersbezoek; huisbezoek; opwachting; treffer; visitatie; visite; ziekenbezoek
visitante gast; logé; overnachter; slaapgast; slaper
ModifierRelated TranslationsOther Translations
invitado uitgenodigd

Related Words for "logé":


Wiktionary Translations for logé:


Cross Translation:
FromToVia
logé huésped; convidado convive — Personne qui se trouver à un repas avec d’autres.
logé huésped; convidado hôte(Féminin : hôtesse) Celui, celle qui donner l’hospitalité par humanité, par amitié, par bienveillance.

log:


Translation Matrix for log:

NounRelated TranslationsOther Translations
fastidioso pestkop; sarder; treiteraar
lerdo sofvent
perezoso flierefluiter; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; luiaard; luilak; luiwammes; slampamper
pesado chagrijn; druiloortje; ergernis; etter; etterbak; galbak; hinder; hinderlijk persoon; lastpak; lastpost; overlast; spelbreker
torpe boerenkinkel; brutale kerel; heikneuter; hork; hufter; kinkel; klootzak; lomperd; lomperik; ongelikte beer; proleet; vlegel
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
torpe klungelig; links
ModifierRelated TranslationsOther Translations
abatido lijzig; log; loom bankroet; bedrukt; beroerd; deplorabel; ellendig; failliet; futloos; gedrukt; geruineerd; geslagen; lamlendig; lusteloos; mat; meelijwekkend; miserabel; mismoedig; mistroostig; moedeloos; neerslachtig; pessimistisch; slap; teneergeslagen; terneergeslagen; verdrietig
apático lijzig; log; loom hangerig
bochornoso lijzig; log; loom benauwd; broeierig; futloos; lamlendig; lusteloos; mat; slap; zwoel
burdo log; lomp; onsierlijk van gedaante; plomp banaal; grof; grofgebouwd; laag-bij-de-grond; lomp; onelegant; plat; platvloers; plomp; ruw; schofterig; schunnig; triviaal; vunzig
desanimado lijzig; log; loom bedrukt; beroerd; deplorabel; ellendig; futloos; gebelgd; gedrukt; lamlendig; landerig; lusteloos; mat; meelijwekkend; miserabel; mismoedig; misnoegd; mistroostig; moedeloos; neerslachtig; ontevreden; pessimistisch; slap; teneergeslagen; terneergeslagen; verdrietig; verstoord; vervelend
desgarbado log; lomp; onsierlijk van gedaante; plomp gebrekkig; houterig; knullig; krukkig; lomp; onbeholpen; onbeschoft; onhandig; schutterig; slungelig; stijf; stijve; stram; stroef; stumperig; stuntelig; sukkelig
fastidioso lijzig; log; loom aanmatigend; bezwaarlijk; brutaal; futloos; hinderlijk; hondsbrutaal; lamlendig; lastig; met bezwaren; onaangenaam; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; pesterig; respectloos; stomvervelend; storend; tergend; treiterig; vrijpostig
flojo lijzig; log; loom beroerd; bleek; bleekjes; breekbaar; broos; deplorabel; dun; ellendig; energieloos; flauw; flauwtjes; flets; fragiel; futloos; gammel; geen vet op de botten hebbende; iel; krakkemikkig; krukkig; kwetsbaar; lamlendig; landerig; lusteloos; mager; mals; mat; meelijwekkend; miserabel; niet stevig; onbeholpen; onhandig; pips; schraal; schriel; schutterig; slap; slapjes; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; teer; verschoten; wankel; wee; week; ziekelijk; zwak
lento lijzig; log; loom aarzelend; besluitloos; bezadigd; dralend; gezapig; langzaam; langzaamaan; leuterig; slepend; sloom; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend
lerdo log; lomp; onsierlijk van gedaante; plomp langzaam; lomp; onelegant; plomp; sloom; traag
perezoso lijzig; log; loom dwaas; eigenaardig; futloos; gek; gemakzuchtig; lamlendig; lui; lusteloos; maf; mal; mat; slap; traag; typisch; vreemd; werkschuw
pesado lijzig; log; lomp; loom; onsierlijk van gedaante; plomp afgezaagd; beklagend; bezwaarlijk; corpulent; dik; eentonig; ellendig; ergerlijk; fantastisch; flauw; formidabel; geweldig; gezet; irritant; jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagerig; langdraadig; langwijlig; lastig; lijvig; machtig; melig; met bezwaren; met een groot gewicht; moeilijk verteerbaar; monotoon; negatief; prachtig; rot; saai; slaapverwekkend; slecht verteerbaar; stomvervelend; vervelend; vetlijvig; voortvarend; zeurderig; zwaar; zwaarlijvig
tardo lijzig; log; loom
tedioso lijzig; log; loom afgezaagd; afstompend; eentonig; geestdodend; monotoon; onbuigzaam; onverzettelijk; saai; slaapverwekkend; stijfkoppig; stom; stug; suf; taai; vervelend
torpe log; lomp; onsierlijk van gedaante; plomp aanmatigend; achterlijk; afgestompt; bot; breinloos; dom; dorps; gebrekkig; geesteloos; harkerig; hersenloos; hoekig; idioot; kantig; klungelig; knullig; krukkig; lomp; onbeholpen; onbehouwen; onbenullig; onbeschaafd; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; ongelikt; ongeschoold; ongetraind; onhandig; onnozel; onopgevoed; onverstandig; respectloos; scherp; schichtig; schrikachtig; schutterig; slungelig; stoethaspelig; stompzinnig; stumperig; stuntelig; stupide; sukkelend; sukkelig; uilachtig; verstandeloos; vlijmend; vlijmscherp; vreesachtig

Related Words for "log":


Wiktionary Translations for log:


Cross Translation:
FromToVia
log corredera LogNautik: Messgerät zur Bestimmung der Fahrgeschwindigkeit eines Schiffes
log farragoso unwieldy — difficult to carry, handle, manage or operate

External Machine Translations: