Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- recentelijk:
-
Wiktionary:
- recentelijk → recientemente
- recentelijk → recientemente, hace poco, últimamente
Dutch
Detailed Translations for recentelijk from Dutch to Spanish
recentelijk:
-
recentelijk (onlangs; kortgeleden; laatstelijk; laatst; pas; kortelings)
recientemente; recién; poco tiempo atrás; el otro día; hace poco-
recientemente adj
-
recién adj
-
el otro día adj
-
hace poco adj
-
Translation Matrix for recentelijk:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
el otro día | kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recentelijk | |
hace poco | kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recentelijk | zopas |
poco tiempo atrás | kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recentelijk | |
recientemente | kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recentelijk | net; nog maar pas |
recién | kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recentelijk | juist; zojuist; zonet; zoëven |
Related Words for "recentelijk":
Wiktionary Translations for recentelijk:
recentelijk
Cross Translation:
adverb
-
nog niet lang geleden
- recentelijk → recientemente
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• recentelijk | → recientemente; hace poco; últimamente | ↔ recently — in the recent past |