Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- afname:
-
Wiktionary:
- afname → disminución
- afname → disminución, adquisición, compra, ganancia, mercado
Dutch
Detailed Translations for afname from Dutch to Spanish
afname:
-
de afname (aankoop; acquisitie; kopen; verwerving; verkrijging; aanschaf; koop)
-
de afname (minder worden; terugloop; val; daling)
la disminución -
de afname (terugloop; vermindering; teruggang; daling)
-
de afname (minder worden; vermindering)
Translation Matrix for afname:
Related Words for "afname":
Wiktionary Translations for afname:
afname
Cross Translation:
noun
-
het minder worden
- afname → disminución
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• afname | → disminución | ↔ abatement — the act of abating or the state of being abated |
• afname | → adquisición; compra | ↔ achat — acquisition faire à prix d’argent. |
• afname | → adquisición; compra; ganancia | ↔ acquisition — action d’acquérir. |
• afname | → adquisición; compra | ↔ emplette — emploi, choix. |
• afname | → mercado | ↔ marché — Concept économique |
Spanish
Detailed Translations for afname from Spanish to Dutch
afname: (*Using Word and Sentence Splitter)
- afán: wens; verlangen; neiging; impuls; drift; aandrift; wensen; zucht; begeren; smachten; lust; begeerte; heftig verlangen; drang; aandrang; hevig verlangen; snelheid; spoed; haast; tempo; ambitie; vaart; instinct; ijl; vlotheid; eerzucht; gretigheid; graagte; gehaastheid; haastigheid; vlugheid; gezwoeg; geploeter; gauwigheid; gezwindheid; overijling; rapheid; rapiditeit; schielijkheid; begerige ijver; noeste vlijt
- ñame: jamswortel