Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. onbeweeglijk:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for onbeweeglijk from Dutch to Spanish

onbeweeglijk:

onbeweeglijk adj

  1. onbeweeglijk (immobiel)
  2. onbeweeglijk (bewegingloos; roerloos)

Translation Matrix for onbeweeglijk:

NounRelated TranslationsOther Translations
inmueble bouwsel; bouwwerk; gebouw; onroerend goed; pand; vastgoed
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
estático immobiel; onbeweeglijk statisch; statisch niet veranderend
- stil
ModifierRelated TranslationsOther Translations
inmobiliario immobiel; onbeweeglijk
inmueble immobiel; onbeweeglijk onroerend
inmóvil bewegingloos; immobiel; onbeweeglijk; roerloos bedaard; bewegingsloos; doodstil; gelijkmoedig; hecht; in 't geniep; kalm; kalmpjes; muisstil; onbeweeglijke; onbewogen; onderkoeld; roerloos; rustig; sereen; stilstaand; zonder roer
quieto immobiel; onbeweeglijk bedaard; gedeisd; gelijkmoedig; geluidloos; geruisloos; gerust; gesloten; in 't geniep; kalm; kalmpjes; onbewogen; ongemerkt; ongezien; rustig; sereen; stil; stilletjes; taciturn; vredig; vreedzaam; weinig spraakzaam; zachtjes; zwijgend; zwijgzaam
sin mover bewegingloos; onbeweeglijk; roerloos

Related Words for "onbeweeglijk":


Synonyms for "onbeweeglijk":


Related Definitions for "onbeweeglijk":

  1. wie of wat niet beweegt1
    • de soldaten stonden onbeweeglijk1

Wiktionary Translations for onbeweeglijk:

onbeweeglijk
adjective
  1. zonder enige beweging
  2. niet bewogen kunnen worden
    • onbeweeglijkfijo