Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. terug:
  2. Terug:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for terug from Dutch to Spanish

terug:


Translation Matrix for terug:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
atrás achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; retour; rugwaarts; terug achter; achteraan; achterop; averechts; daarachter; erachter; hierachter; verkeerd
de espaldas achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; terug achteren; achterover; ruggelings
detrás achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; terug achter; achteren; achterna; achterop; averechts; daarachter; erachter; hierachter; verkeerd
hacia atrás achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; retour; rugwaarts; terug achteren; achterover

Antonyms for "terug":


Related Definitions for "terug":

  1. er vandaan1
    • we moeten terug, het wordt donker1
  2. geleden1
    • een tijdje terug heeft hij me geld geleend1
  3. wisselgeld retour1
    • heeft u terug van 100 gulden?1

Wiktionary Translations for terug:

terug
adverb
  1. alweer, opnieuw

Cross Translation:
FromToVia
terug atrás back — to or in a previous condition or place

Terug:

Terug

  1. Terug

Translation Matrix for Terug:

Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
Atrás Terug

Related Translations for terug