Summary
Dutch
Detailed Translations for aanrijding from Dutch to Spanish
aanrijding:
Translation Matrix for aanrijding:
Noun | Related Translations | Other Translations |
atropello | aanrijding; botsing; collisie | |
choque | aanrijding; botsing; collisie | aanvaring; bons; botsing; doorstoot; dreun; geschok; geschud; gestoot; hort; klap; knal; kwak; opeen knallen; pof; schok; schokkende beweging; shock; smak; stoot |
colisión | aanrijding; botsing; collisie | aanvaring; afstorten; botsing; conflict; neerstorten; opeen knallen |
hit | aanrijding; botsing; collisie | bestseller; hit; kasstuk; klapper; kraker; raakschot; schlager; schot in de roos; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer |
jaca | aanrijding; botsing; collisie | |
Other | Related Translations | Other Translations |
choque | botsing |