Dutch

Detailed Translations for schoonmaakster from Dutch to Spanish

schoonmaakster:

schoonmaakster [de ~ (v)] noun

  1. de schoonmaakster (hulp in de huishouding; werkster; hulp)
    la señora de la limpieza; la empleada; el muchacha; la trabajadora; la empleada del hogar; el sirviente
  2. de schoonmaakster (poetsvrouw; werkster; hulp)
    la señora de la limpieza; el limpiadora; la ayuda; la asistencia; la trabajadora; la asistenta; el chica de la limpieza

Translation Matrix for schoonmaakster:

NounRelated TranslationsOther Translations
asistencia hulp; poetsvrouw; schoonmaakster; werkster aanwezigheid; assistentie; bediening; bijstand; coöperatie; dienaar; dienstbetoon; dienstknecht; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlenen; hulpverlening; knecht; leniging; maatschappelijke hulpverlening; medewerking; ondersteuning; presentie; service; sociale bijstand; steun; support; uitserveren; verschaffing; verzorging; voorziening; werkeloosheidsuitkering; zorg
asistenta hulp; poetsvrouw; schoonmaakster; werkster assistente; bedienden; bodes; dienaars; dienaressen; dienstbodes; huispersoneel; meiden; obers; onderdanen; restaurantbedienden; werkvrouw
ayuda hulp; poetsvrouw; schoonmaakster; werkster assistent; assistentie; bediening; bijstand; dienst; dienstbetoon; dienstverlening; handreiking; helper; hulp; hulpbetoon; hulpje; hulpjes; hulpverlening; kerkviering; knecht; leniging; loopjongens; maatschappelijke hulpverlening; medewerking; mis; ondersteuning; schoor; schraag; secondant; service; sociale bijstand; steun; support; uitserveren; werkeloosheidsuitkering
chica de la limpieza hulp; poetsvrouw; schoonmaakster; werkster
empleada hulp; hulp in de huishouding; schoonmaakster; werkster werkvrouw
empleada del hogar hulp; hulp in de huishouding; schoonmaakster; werkster werkvrouw
limpiadora hulp; poetsvrouw; schoonmaakster; werkster werkvrouw
muchacha hulp; hulp in de huishouding; schoonmaakster; werkster beminde; deerntje; duifje; grietje; jonge dame; jonge vrouw; jongedame; liefje; liefste; lieve; meisje; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes
señora de la limpieza hulp; hulp in de huishouding; poetsvrouw; schoonmaakster; werkster werkvrouw
sirviente hulp; hulp in de huishouding; schoonmaakster; werkster assistent; bediende; dienaar; dienstknecht; helper; huisknecht; hulp; jongmaat; knecht; leerknecht; maatje; pupil; secondant
trabajadora hulp; hulp in de huishouding; poetsvrouw; schoonmaakster; werkster werkvrouw
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
ayuda help; online-Help

Related Words for "schoonmaakster":

  • schoonmaaksters

Wiktionary Translations for schoonmaakster:


Cross Translation:
FromToVia
schoonmaakster limpiadora charwoman — awoman employed to do housework