Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. vergooien:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vergooien from Dutch to Spanish

vergooien:

vergooien verb (vergooi, vergooit, vergooide, vergooiden, vergooid)

  1. vergooien (vergokken; verspelen)

Conjugations for vergooien:

o.t.t.
  1. vergooi
  2. vergooit
  3. vergooit
  4. vergooien
  5. vergooien
  6. vergooien
o.v.t.
  1. vergooide
  2. vergooide
  3. vergooide
  4. vergooiden
  5. vergooiden
  6. vergooiden
v.t.t.
  1. heb vergooid
  2. hebt vergooid
  3. heeft vergooid
  4. hebben vergooid
  5. hebben vergooid
  6. hebben vergooid
v.v.t.
  1. had vergooid
  2. had vergooid
  3. had vergooid
  4. hadden vergooid
  5. hadden vergooid
  6. hadden vergooid
o.t.t.t.
  1. zal vergooien
  2. zult vergooien
  3. zal vergooien
  4. zullen vergooien
  5. zullen vergooien
  6. zullen vergooien
o.v.t.t.
  1. zou vergooien
  2. zou vergooien
  3. zou vergooien
  4. zouden vergooien
  5. zouden vergooien
  6. zouden vergooien
diversen
  1. vergooi!
  2. vergooit!
  3. vergooid
  4. vergooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vergooien:

VerbRelated TranslationsOther Translations
jugarse vergokken; vergooien; verspelen aangrijpen; aanwenden; benutten; een gok wagen; gebruiken; gokken; inzetten; toepassen; verbeuren; verwedden; wedden
perder en el juego vergokken; vergooien; verspelen verbeuren

Wiktionary Translations for vergooien:


Cross Translation:
FromToVia
vergooien rehusar; devolver; refutar; rechazar; suspender; echar rejeter — Traductions à trier suivant le sens