Summary
Dutch
Detailed Translations for aangeplakt from Dutch to Spanish
aangeplakt:
Translation Matrix for aangeplakt:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
unido | aangeplakt | aaneen; aaneengehecht; aaneengeregen; aaneengesloten; aangehecht; aangevoegd; een eenheid vormend; eendrachtig; eensgezind; gekoppeld; harmonieus; saamhorig; samenhangend; vastgehecht; verbonden; verenigd |
aanplakken:
-
aanplakken (vastplakken)
Translation Matrix for aanplakken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
pegarse | aanplakken; vastplakken | kleven; lijmen; plakken; vastkleven; vastlijmen |
Verb | Related Translations | Other Translations |
pegarse | aan elkaar hangen; aan elkaar kleven; aanbakken; aaneenplakken; aanjagen; aankleven; aanlijmen; aansporen; kleven; klitten; lijmen; opjutten; plakken; porren; samenplakken; vastkleven; vastkoeken; vastlijmen; vastplakken; verneuken |
Wiktionary Translations for aanplakken:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aanplakken | → mostrar | ↔ afficher — apposer une affiche. |
• aanplakken | → aglutinar | ↔ agglutiner — unir et mêler plusieurs substances de manière à en former une masse compacte. |
• aanplakken | → pegar | ↔ coller — joindre et faire tenir deux choses ensemble avec de la colle. |