Dutch
Detailed Translations for aftreding from Dutch to Spanish
aftreding:
-
de aftreding
Translation Matrix for aftreding:
Noun | Related Translations | Other Translations |
despedir | aftreding | afdanken; afschaffen; ontslaan; uit de dienst ontslaan |
dimisión | aftreding | aftreden; ontslagaanvraag; opzeggen; opzegging; uittreding |
Verb | Related Translations | Other Translations |
despedir | aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; afwijzen; congé geven; declameren; dwingen ontslag te nemen; ecarteren; eruit gooien; hoogdravend praten; opsturen; oreren; posten; sturen; toezenden; uitwuiven; van zijn positie verdrijven; verzenden; wegsturen; wegzenden; weigeren |