Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. beperkter:
  2. beperkt:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for beperkter from Dutch to Spanish

beperkter:

beperkter adj

  1. beperkter (in mindere mate)
    menos

Translation Matrix for beperkter:

NounRelated TranslationsOther Translations
menos minteken; minus
ModifierRelated TranslationsOther Translations
menos beperkter; in mindere mate banaal; behalve; buiten; gemeen; grof; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lomp; met uitsluiting van; min; minder; minst; minus; onedel; plat; platvloers; schunnig; triviaal; uitgezonderd; vunzig

Related Words for "beperkter":


beperkt:

beperkt adj

  1. beperkt (begrensd)
  2. beperkt (gelimiteerd; geborneerd)

Translation Matrix for beperkt:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
limitado begrensd; beperkt; geborneerd; gelimiteerd afgegrensd; bekrompen; benepen; beperkt van geest; gemeen; geringer gemaakt; ingekrompen; ingeperkt; ingeslonken; kleingeestig; kleinzielig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel; verminderd
restringido begrensd; beperkt geringer gemaakt; ingekrompen; ingeslonken; verminderd

Related Words for "beperkt":


Wiktionary Translations for beperkt:

beperkt
adjective
  1. verminderd, met specifieke grenzen

Cross Translation:
FromToVia
beperkt minusválido; discapacitado handicapped — having a handicap