Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. bezetting:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bezetting from Dutch to Spanish

bezetting:

bezetting [de ~ (v)] noun

  1. de bezetting

Translation Matrix for bezetting:

NounRelated TranslationsOther Translations
entrada en posesión bezetting
ocupación bezetting arbeid; bezigheid; hobby; inbezitname; inbezitneming; job; karwei; metier
toma de posesión bezetting inbezitname; inbezitneming

Wiktionary Translations for bezetting:

bezetting
noun
  1. toestand waarbij het grondgebied van een land wordt bestuurd door een ander land

Cross Translation:
FromToVia
bezetting elenco; reparto cast — group of actors performing together
bezetting ocupación (militar) BesatzungMilitär: Besetzung oder Okkupation eines fremden Gebietes
bezetting opresión oppression — Action d’opprimer et état de ce qui est opprimé.