Dutch
Detailed Translations for bijschaven from Dutch to Spanish
bijschaven:
-
bijschaven (perfectioneren)
perfeccionar; refinar; igualar; abrillantar-
perfeccionar verb
-
refinar verb
-
igualar verb
-
abrillantar verb
-
Conjugations for bijschaven:
o.t.t.
- schaaf bij
- schaaft bij
- schaaft bij
- schaven bij
- schaven bij
- schaven bij
o.v.t.
- schaafde bij
- schaafde bij
- schaafde bij
- schaafden bij
- schaafden bij
- schaafden bij
v.t.t.
- heb bijgeschaven
- hebt bijgeschaven
- heeft bijgeschaven
- hebben bijgeschaven
- hebben bijgeschaven
- hebben bijgeschaven
v.v.t.
- had bijgeschaven
- had bijgeschaven
- had bijgeschaven
- hadden bijgeschaven
- hadden bijgeschaven
- hadden bijgeschaven
o.t.t.t.
- zal bijschaven
- zult bijschaven
- zal bijschaven
- zullen bijschaven
- zullen bijschaven
- zullen bijschaven
o.v.t.t.
- zou bijschaven
- zou bijschaven
- zou bijschaven
- zouden bijschaven
- zouden bijschaven
- zouden bijschaven
diversen
- schaaf bij!
- schaaft bij!
- bijgeschaven
- bijschavend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for bijschaven:
Verb | Related Translations | Other Translations |
abrillantar | bijschaven; perfectioneren | fonkelen; gladmaken; gladwrijven; glimmen; glinsteren; opblinken; opdirken; opdoffen; oppoetsen; optutten; opwrijven; poetsen; politoeren; uitdossen; wrijven |
igualar | bijschaven; perfectioneren | afstompen; effenen; egaliseren; evenaren; fonkelen; gelijk trekken; gelijkkomen; gelijkmaken; gladmaken; glimmen; glinsteren; nivelleren; vervlakken; vlak maken |
perfeccionar | bijschaven; perfectioneren | beteren; bijleren; bijwerken; compleet maken; completeren; corrigeren; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; goedmaken; herstellen; herzien; leven beteren; renoveren; repareren; verbeteren; veredelen; verfijnen; vervolledigen; volledig maken |
refinar | bijschaven; perfectioneren | bijleren; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; kapot maken; raffineren; slechten; veredelen; verfijnen |