Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- bijwerk:
- bijwerken:
-
Wiktionary:
- bijwerk → apéndice
- bijwerken → actualizar
- bijwerken → actualizar, llenar, completar
Dutch
Detailed Translations for bijwerk from Dutch to Spanish
bijwerk:
-
het bijwerk
Translation Matrix for bijwerk:
Noun | Related Translations | Other Translations |
trabajo extra | bijwerk |
Related Words for "bijwerk":
bijwerken:
-
bijwerken (updaten)
actualizar-
actualizar verb
-
-
bijwerken (retoucheren)
retocar; actualizar; enriquecer; encumbrarse; encaramarse; dar clases particulares a-
retocar verb
-
actualizar verb
-
enriquecer verb
-
encumbrarse verb
-
encaramarse verb
-
-
bijwerken (verbeteren; corrigeren; herstellen; goedmaken; beteren; repareren; herzien; renoveren)
mejorar; corregir; rectificar; rehabilitar; renovar; reparar; perfeccionar-
mejorar verb
-
corregir verb
-
rectificar verb
-
rehabilitar verb
-
renovar verb
-
reparar verb
-
perfeccionar verb
-
Conjugations for bijwerken:
o.t.t.
- werk bij
- werkt bij
- werkt bij
- werken bij
- werken bij
- werken bij
o.v.t.
- werkte bij
- werkte bij
- werkte bij
- werkten bij
- werkten bij
- werkten bij
v.t.t.
- heb bijgewerkt
- hebt bijgewerkt
- heeft bijgewerkt
- hebben bijgewerkt
- hebben bijgewerkt
- hebben bijgewerkt
v.v.t.
- had bijgewerkt
- had bijgewerkt
- had bijgewerkt
- hadden bijgewerkt
- hadden bijgewerkt
- hadden bijgewerkt
o.t.t.t.
- zal bijwerken
- zult bijwerken
- zal bijwerken
- zullen bijwerken
- zullen bijwerken
- zullen bijwerken
o.v.t.t.
- zou bijwerken
- zou bijwerken
- zou bijwerken
- zouden bijwerken
- zouden bijwerken
- zouden bijwerken
diversen
- werk bij!
- werkt bij!
- bijgewerkt
- bijwerkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for bijwerken:
Related Words for "bijwerken":
Wiktionary Translations for bijwerken:
bijwerken
Cross Translation:
verb
-
(overgankelijk) zorgen dat alle veranderingen die inmiddels nodig geworden waren doorgevoerd zijn
- bijwerken → actualizar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bijwerken | → actualizar | ↔ update — to make something up to date |
• bijwerken | → llenar; completar | ↔ compléter — rendre complet. |