Dutch
Detailed Translations for binnenvallen from Dutch to Spanish
binnenvallen:
-
binnenvallen (binnendringen; invallen)
invadir; entrar en; penetrar en; intrusarse en-
invadir verb
-
entrar en verb
-
penetrar en verb
-
intrusarse en verb
-
-
binnenvallen (onverwachts langskomen)
Conjugations for binnenvallen:
o.t.t.
- val binnen
- valt binnen
- valt binnen
- vallen binnen
- vallen binnen
- vallen binnen
o.v.t.
- viel binnen
- viel binnen
- viel binnen
- vielen binnen
- vielen binnen
- vielen binnen
v.t.t.
- ben binnengevallen
- bent binnengevallen
- is binnengevallen
- zijn binnengevallen
- zijn binnengevallen
- zijn binnengevallen
v.v.t.
- was binnengevallen
- was binnengevallen
- was binnengevallen
- waren binnengevallen
- waren binnengevallen
- waren binnengevallen
o.t.t.t.
- zal binnenvallen
- zult binnenvallen
- zal binnenvallen
- zullen binnenvallen
- zullen binnenvallen
- zullen binnenvallen
o.v.t.t.
- zou binnenvallen
- zou binnenvallen
- zou binnenvallen
- zouden binnenvallen
- zouden binnenvallen
- zouden binnenvallen
diversen
- val binnen!
- valt binnen!
- binnengevallen
- binnenvallend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
binnenvallen (invallen)
Translation Matrix for binnenvallen:
Wiktionary Translations for binnenvallen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• binnenvallen | → invadir | ↔ envahir — Occuper par force (sens général) |