Dutch
Detailed Translations for digitaliseren from Dutch to Spanish
digitaliseren:
-
digitaliseren
digitalizar-
digitalizar verb
-
Conjugations for digitaliseren:
o.t.t.
- digitaliseer
- digitaliseert
- digitaliseert
- digitaliseren
- digitaliseren
- digitaliseren
o.v.t.
- digitaliseerde
- digitaliseerde
- digitaliseerde
- digitaliseerden
- digitaliseerden
- digitaliseerden
v.t.t.
- heb gedigitaliseerd
- hebt gedigitaliseerd
- heeft gedigitaliseerd
- hebben gedigitaliseerd
- hebben gedigitaliseerd
- hebben gedigitaliseerd
v.v.t.
- had gedigitaliseerd
- had gedigitaliseerd
- had gedigitaliseerd
- hadden gedigitaliseerd
- hadden gedigitaliseerd
- hadden gedigitaliseerd
o.t.t.t.
- zal digitaliseren
- zult digitaliseren
- zal digitaliseren
- zullen digitaliseren
- zullen digitaliseren
- zullen digitaliseren
o.v.t.t.
- zou digitaliseren
- zou digitaliseren
- zou digitaliseren
- zouden digitaliseren
- zouden digitaliseren
- zouden digitaliseren
en verder
- is gedigitaliseerd
- zijn gedigitaliseerd
diversen
- digitaliseer!
- digitaliseert!
- gedigitaliseerd
- digitaliserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for digitaliseren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
digitalizar | digitaliseren | scannen |
Wiktionary Translations for digitaliseren:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• digitaliseren | → digitalizar | ↔ digitalize — make digital |