Summary
Dutch
Detailed Translations for doordrijven from Dutch to Spanish
doordrijven:
-
doordrijven
Conjugations for doordrijven:
o.t.t.
- drijf door
- drijft door
- drijft door
- drijven door
- drijven door
- drijven door
o.v.t.
- dreef door
- dreef door
- dreef door
- dreven door
- dreven door
- dreven door
v.t.t.
- heb doorgedreven
- hebt doorgedreven
- heeft doorgedreven
- hebben doorgedreven
- hebben doorgedreven
- hebben doorgedreven
v.v.t.
- had doorgedreven
- had doorgedreven
- had doorgedreven
- hadden doorgedreven
- hadden doorgedreven
- hadden doorgedreven
o.t.t.t.
- zal doordrijven
- zult doordrijven
- zal doordrijven
- zullen doordrijven
- zullen doordrijven
- zullen doordrijven
o.v.t.t.
- zou doordrijven
- zou doordrijven
- zou doordrijven
- zouden doordrijven
- zouden doordrijven
- zouden doordrijven
diversen
- drijf door!
- drijft door!
- doorgedreven
- doordrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze