Dutch
Detailed Translations for eerstejaars from Dutch to Spanish
eerstejaars:
-
de eerstejaars (eerstejaars student; foet; groentje)
el nuevo; el conejo; el novato; la recién llegada; el recién llegado; la nueva; el principiante; el advenedizo
Translation Matrix for eerstejaars:
Noun | Related Translations | Other Translations |
advenedizo | eerstejaars; eerstejaars student; foet; groentje | parvenu |
conejo | eerstejaars; eerstejaars student; foet; groentje | groentje; konijn; nieuwkomer |
novato | eerstejaars; eerstejaars student; foet; groentje | nieuweling; nieuwkomer |
nueva | eerstejaars; eerstejaars student; foet; groentje | nieuweling; nieuwkomer |
nuevo | eerstejaars; eerstejaars student; foet; groentje | nieuweling; nieuwkomer |
principiante | eerstejaars; eerstejaars student; foet; groentje | aspirant; beginneling; beginnelinge; beginner; beginster; groentje; nieuwkomer; starter |
recién llegada | eerstejaars; eerstejaars student; foet; groentje | nieuweling; nieuwkomer |
recién llegado | eerstejaars; eerstejaars student; foet; groentje | nieuweling; nieuwkomer |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
novato | grasgroen | |
nuevo | eigentijds; hedendaags; modern; nieuw; nieuwbakken; nieuwe; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; pas gekocht |