Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. erdoor komen:


Dutch

Detailed Translations for erdoor komen from Dutch to Spanish

erdoor komen:

erdoor komen verb (kom erdoor, komt erdoor, kwam erdoor, kwamen erdoor, erdoor gekomen)

  1. erdoor komen
    pasar; aprobar

Conjugations for erdoor komen:

o.t.t.
  1. kom erdoor
  2. komt erdoor
  3. komt erdoor
  4. komen erdoor
  5. komen erdoor
  6. komen erdoor
o.v.t.
  1. kwam erdoor
  2. kwam erdoor
  3. kwam erdoor
  4. kwamen erdoor
  5. kwamen erdoor
  6. kwamen erdoor
v.t.t.
  1. ben erdoor gekomen
  2. bent erdoor gekomen
  3. is erdoor gekomen
  4. zijn erdoor gekomen
  5. zijn erdoor gekomen
  6. zijn erdoor gekomen
v.v.t.
  1. was erdoor gekomen
  2. was erdoor gekomen
  3. was erdoor gekomen
  4. waren erdoor gekomen
  5. waren erdoor gekomen
  6. waren erdoor gekomen
o.t.t.t.
  1. zal erdoor komen
  2. zult erdoor komen
  3. zal erdoor komen
  4. zullen erdoor komen
  5. zullen erdoor komen
  6. zullen erdoor komen
o.v.t.t.
  1. zou erdoor komen
  2. zou erdoor komen
  3. zou erdoor komen
  4. zouden erdoor komen
  5. zouden erdoor komen
  6. zouden erdoor komen
diversen
  1. kom erdoor!
  2. komt erdoor!
  3. erdoor gekomen
  4. erdoor komend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for erdoor komen:

NounRelated TranslationsOther Translations
aprobar instemmen
VerbRelated TranslationsOther Translations
aprobar erdoor komen aankopen; aanschaffen; aanstaan; akkoord gaan met; autoriseren; believen; bijvallen; billijken; fiatteren; goeddunken; goedkeuren; goedvinden; halen; instemmen; kopen; pakken; permitteren; ratificeren; rugsteunen; steunen; toestaan; toestemmen in; toestemming verlenen; verkrijgen; verwerven
pasar erdoor komen aankomen; achteruitgaan; aflopen; afsluiten; bezoeken; bezwijken; dichtdoen; doodgaan; doorgeven; doorhalen; doorkomen; doorspelen; doorvertellen; gebeuren; geld overmaken; geschieden; iemand opzoeken; inhalen; instorten; kapotgaan; langsgaan; langskomen; omkomen; op visite gaan; oprijzen; overboeken; overgaan; overheen gaan; overheen trekken; overkomen; overlijden; overschrijden; overschrijven; overzenden; passeren; plaats hebben; plaats vinden; plaatsvinden; rijzen; rondbrieven; rondvertellen; sluiten; snel bewegen; sterven; tenondergaan; teruggaan; toedoen; toegaan; toemaken; vergaan; verlopen; verrotten; verstrijken; verteren; vervallen; voorbijgaan; voorbijkomen; voorbijlopen; voorbijrijden; voordoen; voorvallen; wegrotten; zinken

External Machine Translations:

Related Translations for erdoor komen