Dutch
Detailed Translations for geïnterneerd from Dutch to Spanish
geïnterneerd:
-
geïnterneerd (gevangen genomen; gevangen; opgesloten; vastgezet)
encerrado; preso; capturado; cautivo; aprisionado; detenido; encarcelado; arrestado-
encerrado adj
-
preso adj
-
capturado adj
-
cautivo adj
-
aprisionado adj
-
detenido adj
-
encarcelado adj
-
arrestado adj
-
Translation Matrix for geïnterneerd:
Related Words for "geïnterneerd":
geïnterneerd form of interneren:
-
interneren (gevangen zetten; opsluiten; isoleren)
Conjugations for interneren:
o.t.t.
- interneer
- interneert
- interneert
- interneren
- interneren
- interneren
o.v.t.
- interneerde
- interneerde
- interneerde
- interneerden
- interneerden
- interneerden
v.t.t.
- heb geïnterneerd
- hebt geïnterneerd
- heeft geïnterneerd
- hebben geïnterneerd
- hebben geïnterneerd
- hebben geïnterneerd
v.v.t.
- had geïnterneerd
- had geïnterneerd
- had geïnterneerd
- hadden geïnterneerd
- hadden geïnterneerd
- hadden geïnterneerd
o.t.t.t.
- zal interneren
- zult interneren
- zal interneren
- zullen interneren
- zullen interneren
- zullen interneren
o.v.t.t.
- zou interneren
- zou interneren
- zou interneren
- zouden interneren
- zouden interneren
- zouden interneren
en verder
- ben geïnterneerd
- bent geïnterneerd
- is geïnterneerd
- zijn geïnterneerd
- zijn geïnterneerd
- zijn geïnterneerd
diversen
- interneer!
- interneert!
- geïnterneerd
- internerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for interneren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
detener | arresteren; grijpen | |
encarcelar | vastzetten | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
detener | gevangen zetten; interneren; isoleren; opsluiten | aanhouden; afhouden; arresteren; beletten; betrappen; detineren; ervanaf houden; gevangenhouden; gevangennemen; halt houden; hooghouden; in de cel zetten; in de hoogte houden; in hechtenis houden; inrekenen; omhooghouden; ophouden; oppakken; opsluiten; parkeerstand inschakelen; remmen; snappen; stoppen; stopzetten; tegenhouden; tot staan brengen; vasthouden; vastzetten; weerhouden |
encarcelar | gevangen zetten; interneren; isoleren; opsluiten | aanhouden; achter de tralies zetten; arresteren; betrappen; gevangennemen; in de cel zetten; in hechtenis nemen; inrekenen; oppakken; opsluiten; snappen; vastzetten; vatten |