Dutch
Detailed Translations for gefascineerd from Dutch to Spanish
gefascineerd:
-
gefascineerd (geïntrigeerd; geboeid)
esposado; colocado; atado; consignado; amarrado-
esposado adj
-
colocado adj
-
atado adj
-
consignado adj
-
amarrado adj
-
Translation Matrix for gefascineerd:
Verb | Related Translations | Other Translations |
atado | vastketenen; vastkluisteren; vastleggen | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
amarrado | geboeid; gefascineerd; geïntrigeerd | |
atado | geboeid; gefascineerd; geïntrigeerd | dichtgeknoopt; geboeid; gebonden; niet vrij; onvrij; opgebonden; vastgebonden; vastgemaakt |
colocado | geboeid; gefascineerd; geïntrigeerd | afgezet; gelegd; opgelegd; opgezet dier |
consignado | geboeid; gefascineerd; geïntrigeerd | |
esposado | geboeid; gefascineerd; geïntrigeerd |
fascineren:
-
fascineren (intrigeren; boeien)
Conjugations for fascineren:
o.t.t.
- fascineer
- fascineert
- fascineert
- fascineren
- fascineren
- fascineren
o.v.t.
- fascineerde
- fascineerde
- fascineerde
- fascineerden
- fascineerden
- fascineerden
v.t.t.
- heb gefascineerd
- hebt gefascineerd
- heeft gefascineerd
- hebben gefascineerd
- hebben gefascineerd
- hebben gefascineerd
v.v.t.
- had gefascineerd
- had gefascineerd
- had gefascineerd
- hadden gefascineerd
- hadden gefascineerd
- hadden gefascineerd
o.t.t.t.
- zal fascineren
- zult fascineren
- zal fascineren
- zullen fascineren
- zullen fascineren
- zullen fascineren
o.v.t.t.
- zou fascineren
- zou fascineren
- zou fascineren
- zouden fascineren
- zouden fascineren
- zouden fascineren
en verder
- ben gefascineerd
- bent gefascineerd
- is gefascineerd
- zijn gefascineerd
- zijn gefascineerd
- zijn gefascineerd
diversen
- fascineer!
- fascineert!
- gefascineerd
- fascinerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for fascineren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
fascinar | aantrekken; bekoren; charmeren | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
fascinar | boeien; fascineren; intrigeren | beheksen; bekoren; betoveren; betrappen; bevallen; obsederen; snappen |
intrigar | boeien; fascineren; intrigeren | benieuwen; intrigeren; konkelen; kuipen; obsederen |
Wiktionary Translations for fascineren:
fascineren
verb
-
iemands aandacht vasthouden
- fascineren → fascinar
External Machine Translations: